Lique Schoot ziet zichzelf anders (2018)
Lique Schoot maakt zelfportretten in de vorm van foto’s, schilderijen, objecten, films en installaties. Deze werken vloeien voort uit LS diaries, de dagelijkse foto’s die ze sinds 2003 van zichzelf maakt. Daarin is haar persoonlijke identiteit onderhevig aan een rücksichtlose verbeelding van het zelf.
Zelfportret
Het zelfportret is iemand anders. Je bent het niet zelf. Het is voor de kunstenaar een goed onderwerp, omdat het afdwingt ongenaakbaar te zijn. Jezelf ben je niets verplicht, behalve eerlijk en nietsontziend te zijn. Die kwaliteiten karakteriseren een goed zelfportret. Een zelfportret kan nooit flatteus zijn als het als kunstwerk geldigheid wil hebben. Als het al ijdel is, dan vanwege de erkenning dat je ijdel bent. Een goed zelfportret kan zich niet beter voordoen dan het is. Zo is het nu eenmaal.
Het is een bekend fenomeen dat je je soms schaamt voor foto’s van jezelf, die juist door de dierbaren uit je omgeving worden gewaardeerd omdat ze daarin zien wie je bent, met je onderkin, je scheve neus, je kalende kruin, je loense oog, je ongewenste haargroei, je vlekken en je pukkels, je flapoor, je verwaarloosde gebit, je rode door zonneallergie gekwelde huid. Een goed zelfportret is een zelfoverwinning die voorbij gaat aan de bedenkingen die je hebt ten aanzien van je uiterlijk vertoon. Je kijkt ernaar of je het nooit eerder hebt gezien. Op het moment dat het zelfportret een vorm van plastische chirurgie wordt, om je mooier voor te doen dan je bent, heb je het in de kunst afgelegd.
Lique Schoot (1969) kijkt in haar werk dagelijks naar zichzelf en de omstandigheden waarin ze leeft. Ze doet dat met een bepaald gemak, en ze beheerst inmiddels tientallen manieren om haar fysieke gedaante, met name haar gezicht, met een fotografisch middel als beeld tot stand te brengen. Het is tegelijkertijd intiem en afstandelijk. Ze veroorzaakt het ongemak van de kijker om dat onder ogen te zien. Ze kijkt naar zichzelf als een neutraal object en legt daar dan alles in wat ze in zich heeft, van stomme verbijstering tot ongecontroleerde extase, van feitelijke vastlegging tot wonderlijke weergave. Al die dagelijkse foto’s vormen een gegevensbank waaruit ze kan putten om wat ze heeft vastgelegd verder te voeren in schilderijen, sculpturen, installaties, handelingen en andere uitingen van een samenhangend geheel aan werken dat ze als LS Data naar buiten brengt. Door visuele analyses te maken van uiterlijke variabelen veroorzaakt ze een wisselwerking met innerlijke reflecties. Ze tast het oppervlak af om de diepte ervan te peilen. Het is inwendig onderzoek. Haar zelfportretten zijn als het ware lichamen die ze aan een scrupuleuze observatie onderwerpt. Als kunstenaar wil ze onder ogen zien wat er aan de hand is. Dat komt erop neer dat je niet Lique Schoot ziet, maar jezelf. Het is alsof ze met een lampje in je ogen schijnt. Die gewaarwording onderga je in weerwil van de schijnbaar steriele gedaante van haar werk bijna als een ongewenste inbreuk op je vertrouwde omgeving. Ze neemt in feite afstand van zichzelf om zo dicht mogelijk bij de kijker te komen.
Sinds 2003 maakt Lique Schoot op armlengte iedere dag één foto van zichzelf met een analoge kleinbeeldcamera. Ze gebruikt filmrolletjes met 36 opnamen die ze aan het eind van iedere maand laat ontwikkelen en afdrukken door Foto Willemz in de Arnhemse Steenstraat. Dag 1 is negatief 1 en ze maakt dan – afhankelijk van de maand – 28, 29 30 of 31 foto’s. De laatste negatieven worden doorgedraaid. Doordat ze lange armen heeft, valt het nauwelijks op dat het selfies zijn. De foto’s worden door haar gedigitaliseerd zodat ze deze op de computer kan opslaan en eventueel bewerken. De consequentie van de dagelijkse frequentie is dat er een filmisch tijdverloop in het geheel van de foto’s ontstaat waaruit samenhangende selecties kunnen worden gemaakt als een afspiegeling van wat zich in de wereld voordoet. Deze ‘Moments in Time’ kan ze op allerlei onderwerpen betrekken. Wat lees je af aan haar gezicht als het foto’s betreft die zijn gemaakt op dagen dat zich waar ook ter wereld een grote ramp voltrok? Maar ook persoonlijke ongelukken kunnen leiden tot reeksen foto’s, zoals van haar gewonde been waarvan ze het bont en blauwe kleurverloop heeft geregistreerd alsof het een landschap was.
De foto’s vormen het materiaal om in de eindeloze variatie van hetzelfde het leven zichtbaar te maken. In haar werk komt het eropaan dit gesloten systeem van dagelijkse foto’s open te breken. Al die foto’s vormen een wortelstelsel, waaruit voortkomt wie ze morgen is, al is dat nooit zichtbaar te maken. De foto’s laten zien wie ze was en is, maar zijn hooguit een vermoeden van wie ze morgen zal zijn. Haar installatie ‘Who Am I Tomorrow’ stelt verwachtingen aan de orde die nooit hoeven worden ingelost. Ze is zelf het model voor een toekomstbeeld van wie ze dan zou kunnen zijn, wat ze indringend verbeeld in de serie foto’s van haar gezicht dat met een doekje is bedekt. Het is alsof ze al de mal maakt voor haar dodenmasker. Een deel van haar werk neemt de vorm aan van mummificatie, zoals de handdoeken die ze om haar haar draait na het wassen, die ze vervolgens als een taxidermist prepareert als een omhulsel van niets.
Als ze een foto uit haar dagelijkse reeks verkoopt, vervangt ze in haar archief het beeld door een nummer van zes cijfers waarin jaar, maand en dag zijn weergegeven. Deze LS digids laten zich omzetten naar streepjescodes, kleurennummers en zoekgegevens op het internet die weer een massa aan uitkomsten kunnen opleveren. Alle soorten registraties van zescijferige data worden door haar in overweging genomen om in haar werk een functie te vervullen.
Lique Schoot gaat nooit willekeurig te werk. Ze werkt in de traditie van de conceptuele kunst en contextualiseert haar werk nauwgezet. Ze handhaaft daarbij het fotografisch realisme en vermijdt iedere gimmick. Uit een enkelvoudig voornemen, de dagelijkse foto, is een veelvoudige verzameling werk ontstaan dat zich in allerlei richtingen en technieken blijft uitbreiden. Ze maakt schilderijen, installaties, films en objecten. Ze werkt op locatie, voert projecten uit en maakt werk in opdracht. Die expansie doet zich voor binnen de sterke samenhang van de dagelijkse registratie van haar aanwezigheid in het bestaan. Wat teloor gaat wil ze in essentie ondergaan. Ze beziet haar leven als een archeologische opgraving waarin alle aspecten voor registratie, collectievorming, restauratie en presentatie in aanmerking komen. Ze slaagt erin om met haar klinische benadering een poëtische samenhang der dingen te bewerkstelligen. Als ze voorwerpen die ze niet langer gebruikt wit schildert en bijzet in een mausoleum van verloren functies, ontstaat er een zichtbaar bewijs voor de dichterlijke stelling van K. Schippers:
Liefdesgedicht
Jij hebt de dingen niet nodig
Om te kunnen zien
De dingen hebben jou nodig
Om gezien te worden
Lique Schoot heeft ons nodig om te worden gezien.
Alex de Vries, kunsthistoricus, curator en uitgever – mei, 2018